De 5 geboden voor een wagen met veilige banden

Je autobanden. Je weet wel hoe belangrijk ze zijn. Toch neem je nauwelijks de tijd om ze te controleren. Als er iets niet goed zit zal je het wel voelen zeker? Of zal het wel aan het licht komen tijdens je jaarlijks onderhoud? Je hoort het al komen. Dit is niet zoals het hoort te zijn. Versleten banden zijn gewoonweg gevaarlijk. Jouw banden bepalen je veiligheid. Hou grip op de weg. Ontdek hier de 5 geboden voor een wagen met veilige banden.

1. Check regelmatig de profieldiepte van je banden.

Is je bandenprofiel minder dan 1,7 mm diep? Dan loop je 3 keer zoveel kans op een ongeval bij een nat wegdek. Laten we het even omdraaien. Is de diepte van je bandenprofiel 1,7 mm of meer? Dan heb je 3 keer minder kan op een ongeval bij een nat wegdek. Elke band heeft een indicator voor de profieldiepte. Dit is een kleine verhoging in je profiel. Bij nieuwe banden zie je dit niet zitten. Zijn je banden versleten, dan komt je profiel gelijk met deze indicator. En is het een must om je banden onmiddellijk te laten vervangen.

2. Controleer de bandenspanning.

Je controleert de spanning best op koude banden die geen lange weg achter de rug hebben. De optimale druk staat meestal op een sticker vermeld. Je vindt die sticker ofwel aan de binnenkant van het tankklepje ofwel ergens in de opening van het bestuurdersportier. Je vindt de correcte bandenspanning voor jouw type wagen ook in het instructieboekje. Zo weet je onmiddellijk of er nog voldoende spanning op zit. En tot hoeveel bar je ze moet opblazen. Moest je de juiste waarde voor de bandenspanning niet terugvinden, vraag dit dan zeker eens na bij jouw volgende bezoek aan de garage. Waarom is bandenspanning zo belangrijk? Omdat die een invloed heeft op je grip op de weg. Te lage bandenspanning zorgt voor minder grip en een langere remafstand. Je loopt in dit geval ook veel meer risico op een klapband. Naast veiligheid, zorgt de juiste bandenspanning ook voor een lager verbruik. Met een regelmatige controle spaar je dus geld uit.

3. Hou je reservewiel of noodkit steeds in topvorm.

Dat reservewiel ligt diep weggestopt. Uit het zicht. Het komt er pas uit als je het nodig hebt. Weet dat de bandenspanning van je reservewiel na verloop van tijd ook afneemt. Net als bij een fiets die lange tijd op stal blijft staan. Stel je voor dat je dit pas opmerkt als je met een platte band naast de weg staat. Geen aanrader, want dan is slepen de enige en heel kostelijke oplossing. Maak er dus een gewoonte van om bij controle van je banden ook steeds je reservewiel te checken.

Helaas hebben heel wat nieuwe wagens geen reservewiel meer aan boord. Er is wel altijd een kit aanwezig om je uit de nood te helpen als je een platte band hebt. Met deze kit pomp je de band op. Het is dus ook belangrijk om die steeds in topvorm te houden. Lukt het niet om zelf de band op te pompen? Geef ons een seintje.

4. Let op voor andere slijtage aan de banden.

Slijtage zie je niet enkel aan de profieldiepte. Zie je scheuren, barstjes of andere tekenen van slijtage aan je banden? Laat ze dan onmiddellijk vervangen.

5. Pas de banden aan de seizoenen aan.

Er zijn niet zomaar zomerbanden en winterbanden op de markt. Dit maakt wel degelijk een groot verschil uit voor je veiligheid en je grip op de weg. Bovendien zijn winterbanden in heel wat landen verplicht. Denk aan je eigen veiligheid en aan die van anderen. En denk ook aan het rijcomfort. Laat je banden tussen de wissels door stockeren bij de garage. Zo ben je er zeker van dat ze op de juiste manier bewaard worden. Voor een zo lang mogelijke levensduur.

Maak nu je afspraak om je banden te laten nakijken of vervangen.